Nooit bezorgde brieven uit de 17de en 18de eeuw.

Een wanhopige zeemansvrouw schrijft in 1664 haar man op een oorlogsschip van Michiel de Ruyter, een ongeruste jongen in Vlissingen smeekt zijn broer in West-Indië om thuis te komen, een bezorgde moeder schrijft haar zoon op de slavenpost Elmina toch flink zijn best te doen en een zekere Jetje in Paramaribo richt een desperate liefdesbrief aan de zeeofficier die haar verlaten heeft.

Het zijn maar een paar van de aangrijpende brieven in dit boek. Ze stammen alle uit het archief van de Engelse admiraliteit in Londen; ooit werden ze in beslag genomen op gekaapte Nederlandse schepen. Roelof van Gelder deed als eerste systematisch onderzoek naar deze brievenschat.

Hij vond ongeveer 40 000 Nederlandse brieven uit de periode 1650-1815. Het zijn brieven van gewone Nederlanders aan hun verwanten ver over zee, maar ook van hen die huis en haard verlieten naar de achterblijvers in het vaderland. Deze brieven zijn nooit op hun bestemming aangekomen en nooit eerder gelezen. Er bestaan geen andere bronnen die zo’n indringend beeld geven van het dagelijks leven van de Nederlander in de vroegmoderne tijd.

Uit deze papieren schat selecteerde Roelof van Gelder de persoonlijkste brieven en hertaalde ze in hedendaags Nederlands.

Zie voor meer informatie over het project 'Sailing Letters', in het kader waarvan Van Gelder zijn onderzoek heeft verricht, de website van de Koninklijke Bibliotheek.

Rudolf van Gelder, Zeepost. Nooit bezorgde brieven uit de 17de en 18de eeuw. Amsterdam/Antwerpen (Uitgeverij Atlas), 2008.