Bij haar ‘afscheid’ als hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam is Marita Mathijsen benoemd tot Officier in de Orde van Oranje Nassau.

In zijn toespraak roemde burgemeester Job Cohen de onverzettelijke wijze waarop Mathijsen de negentiende eeuw ‘niet alleen heeft afgestoft maar ook opgepoetst zodat zij blinkt als nooit tevoren’.? Ook noemde hij haar verdienste op het gebied van de teksteditie, met name haar handboek Naar de letter. Handboek editiewetenschap, ‘waar geen onderzoeker of uitgever meer omheen kan als hij zich op dit vlak begeeft’.

Van haar collega's en vakgenoten kreeg Mathijsen een huldebundel, Geluk in de negentiende eeuw, een schilderij van Johannes Bosboom (de echtgenoot van) en een heus ‘nieuw instituut’: de instelling van een jaarlijkse Jacob van Lennep-lezing. Mathijsen beloofde de eerste lezing, op 7 oktober volgend jaar, te zullen houden.

Overigens wilde Marita Mathijsen zelf van geen afscheid weten. Haar rede, ‘De bevrijding van de albatros. Een herbeschouwing van de Nederlandse Romantiek’, was ‘geen afscheidscollege maar een gewoon openbaar college’ (en werd dus demonstratief zonder toga uitgesproken), en zolang haar leerstoelgroep geen negentiende-eeuwer in de gelederen heeft gaat ze gewoon door met het geven van onderwijs.

Eerder op de dag was Marita Mathijsen een symposium aangeboden, onder de titel ‘Travestie. Maatschappelijke en literaire maskerades’, met lezingen van Mary Kemperink, Peter van Zonneveld, Joep Leerssen en Yra van Dijk en met medewerking van Thomas Vaessens en Lotte Jensen en intermezzi door Saskia Pieterse en Alma Mathijsen.

De tekst van de rede staat inmiddels op de website van NRC Handelsblad

Comments are closed.