Delen via Twitter
Abonneer op RSS feeds
Nieuws
Agenda
Weblog e-tekstualiteit
Achtergrond Deze site is geinitieerd door:
In september 2013 start het HERA Collaborative Research Project Travelling TexTs. The Transnational Reception Of Women’s Writing At The Fringes Of Europe. Dit HERA project komt voort uit de COST Actie ‘Women Writers In History’ – de afgelopen vier jaar door Suzan van Dijk geleid vanuit het Huygens ING. Doel van deze COST-WWIH Actie was het creëren van een sterk en actief netwerk, met het oog op gezamenlijk onderzoek dat moet leiden tot nieuwe geschiedschrijving inzake de plaats van vrouwen in het (internationale) literaire veld. Vanaf het begin was duidelijk dat daarbij de grootschalige inzet van digitale tools onmisbaar zou zijn.
Een aantal leden van dit COST-WWIH netwerk heeft zich ingezet voor het verkrijgen van financiering voor dit onderzoek en voor verdere ontwikkeling van de database waarin de afgelopen jaren is gewerkt. Tot nu toe zijn twee aanvragen zijn gehonoreerd. 1 juni is een CLARIN-NL project van start gegaan: COBWWWEB, waarbinnen vijf landen (Nederland, Noorwegen, Servië, Zweden, Zwitserland) samenwerken met het oog (o.a.) op het creëren van interconnectiviteit tussen online projecten op dit gebied. Per 1 september is bovendien het HERA project gestart.
In het kader van het HERA-project Travelling TexTs wordt de komende drie jaar 1 miljoen euro besteed in vijf landen: Finland, Nederland, Noorwegen, Slovenië en Spanje. Het gaat daarbij om onderzoek naar de negentiende-eeuwse receptie, in deze landen, van teksten geschreven door vrouwen: eigentijdse zowel als oudere schrijfsters, binnen- zowel als buitenlandse, bekende en vooral ook minder bekende. Deze vijf landen speelden géén centrale rol in het 19e-eeuwse Europa, maar volgden wel (uiteraard) de internationale ontwikkelingen – ook waar het de positie van vrouwen betreft, en de rol die zij konden spelen in het literaire veld. Dit laatste is de afgelopen jaren, dankzij de COST-activiteiten, duidelijk vastgesteld.
In dit gezamenlijke onderzoeksproject wordt niet uitgegaan van de schrijfsters, maar van hun lezers en lezeressen. Gegevens over hun interesse voor het werk van die schrijfsters – zoals blijkend uit aankoop of bezit van boeken, uit commentaren in de pers of in privé-correspondentie, uit vertalingen, bewerkingen etc. – vormen de basis voor het onderzoek naar het functioneren van vrouwelijke auteurs in hun eigen tijd en naar het historische belang van deze schrijfsters. In de loop van de COST-WWIH Actie is de conclusie getrokken dat de rol van schrijvende vrouwen op internationale schaal kan en moet worden bestudeerd. Alleen dan kan duidelijk worden gemaakt dat transnationale “gendersolidariteit” als een belangrijke motor heeft gefunctioneerd.
Een speciale eis in deze HERA-ronde, en dus een belangrijk aspect in alle dit jaar gehonoreerde HERA-projecten, betreft de disseminatie van de onderzoeksresultaten, waarvan de maatschappelijke relevantie zal worden benadrukt. Bij dit HERA-project zal er een connectie worden gelegd met de U.N. Millennium goals, in het bijzonder het derde: Promotion of gender equality and empowering women. We gaan ervan uit dat er een belangrijke rol is weggelegd voor de kennis inzake actieve deelname van vrouwen in het publieke debat, ook al ruim vóór het losbarsten van de eerste feministische golf. Dit geldt met name de talrijke schrijfsters die zich opwierpen als opvoedsters en verspreidsters van kennis.
In alle vijf betrokken landen is samenwerking gepland met bibliotheken, letterkundige musea en literatuurfestivals. Daarbij zullen ook eigentijdse schrijfsters en actrices (alsmede acteurs) betrokken worden. In Nederland gaat het om samenwerking met de Koninklijke Bibliotheek en met het Letterkundig Museum/Kinderboekenmuseum: een tentoonstelling is gepland voor herfst 2015. In diezelfde periode zal, in het Huygens ING, het door de Nederlandse “afdeling” te organiseren congres plaats vinden.
Bij de Nederlandse tak van HERA-TTT zijn betrokken:
– Suzan van Dijk (PI)
– Janneke Weijermars (postdoc)
– Astrid Kulsdom en Janouk de Groot (assistenten)
– Gertjan Filarski (ICT)