Delen via Twitter
Abonneer op RSS feeds
Nieuws
Agenda
Weblog e-tekstualiteit
Achtergrond Deze site is geinitieerd door:
Historicus dr. Jacques Baartmans onderzocht samen met professor dr. Jan de Vet een periodiek die tot doel had een nieuw publiek te bedienen met wetenschappelijk nieuws. In januari is de website Early Enlightenment in a Rotterdam Periodical 1692 – 1704 (www.eerp.nl) gelanceerd.
Van midden 1692 tot eind 1704 verscheen in Rotterdam, onder verschillende namen, een periodiek die tot doel had een nieuw publiek te bedienen met wetenschappelijk nieuws. Een nieuw publiek, niet de traditionele intellectuele elite.
Pieter Rabus (1660-1702) schreef en redigeerde bijna alle afleveringen van de eerste reeks, De Boekzaal van Europe, uitgegeven bij Pieter vander Slaart. Rabus noemde zijn doelgroep ‘platter(d)s’, mensen die geen Latijn of vreemde talen konden lezen en weinig scholing hadden. Die wilde hij informeren over wetenschappelijke publicaties en inzicht geven in de stand van de wetenschap op velerlei gebied. Dat kon door Nederlandstalige samenvattingen te geven van recent verschenen werken. Het was de tijd van de vroege, Christelijke, verlichting, een periode waarin de boekenproductie snel toenam.
De opvolgers van De Boekzaal (van 1692 tot 1700 geschreven door Rabus en van 1700 tot 1702 door Pieter vander Slaart) zijn Rabus’ Twee-maandelyke Uittreksels (1701-1702), uitgegeven bij Barend Bos, en Twee-maandelijke uyttreksels van alle eerst uytkomende boeken (1702-1704) door William Sewel, eveneens bij Barend Bos. In 1701 verschenen De Boekzaal van Vander Slaart en Twee-maandelyke Uittreksels van Rabus enige tijd naast elkaar, vanwege een conflict tussen beiden. In deze periodieken samen werden 1198 werken – soms kritisch – samengevat. De auteurs gaven hun tijdgenoten, in hoofdzaak geïnteresseerde burgers, hiermee een kostbare bron om zich te scholen en zij kwamen tegemoet aan de groeiende belangstelling van de beoogde lezers.
Tegelijk vestigden zij, ook bij de intellectuele elite, de aandacht op de samengevatte werken zelf en daardoor bevorderden zij de verkoop van die boeken. In de Republiek verschenen en door Nederlanders geschreven werken hadden hun speciale aandacht, maar hun blikveld strekte zich over heel West-Europa uit.
Voor huidige lezers hebben deze samenvattingen nog steeds grote waarde. Zij geven gezamenlijk een rijk overzicht van de stand van kunsten en wetenschappen in West-Europa rond 1700. De Engelstalige website Early Enlightenment in a Rotterdam Periodical 1692 – 1704 (www.eerp.nl) komt tegemoet aan dit belang en geeft toegang tot het werk van Rabus, Vander Slaart en Sewel en via hen tot de auteurs van hun tijd.
Alleen al de soms zeer uitgebreide titels van de samengevatte werken zeggen veel over de inhoud. Daarom is een register daarvan een goed uitgangspunt voor een website. Het ‘corpus’ geeft deze titels, geordend op naam van de schrijvers in alfabetische volgorde, met vermelding van plaats, jaartal, drukker en formaat. Ook wordt de vindplaats van de samenvatting in een van de periodieken vermeld.
Dit laatste is ook van belang omdat De Boekzaal (10 banden, 1692-1702)digitaal oproepbaar is via genoemde website; de link is gemarkeerd op p. 2 van het ‘essay’, een van de documenten van de site. De opvolgers van De Boekzaal zijn nog niet gedigitaliseerd. Wie die wil inzien, kan bijvoorbeeld terecht in de Koninklijke Bibliotheek of de bibliotheek van de Universiteit van Amsterdam.
Maar het kan de gebruiker van de site ook gaan om de boeken zelf. Ook daarin is voorzien. Van nagenoeg alle in de Rotterdamse periodieken samengevatte werken is een huidige vindplaats vermeld. Vaak gebeurt dat via een link naar de STCN (Short-Title Catalogue, Netherlands) van de Koninklijke Bibliotheek. Daar worden bibliotheken genoemd waar het werk aanwezig is. Andere werken zijn oproepbaar via een link naar Google Books. Tenslotte zijn er werken waarbij een bibliotheek wordt vermeld als vindplaats. Bij de vermeldingen gaat het in beginsel om de editie die door Rabus, Vander Slaart of Sewel gebruikt is bij hun samenvatting. Dat is bij ruim elfhonderd boeken het geval. Van ongeveer vijftig werken wordt een editie vermeld die tussen 1680 en 1730 is verschenen Dertig werken zijn tot nu toe niet gelokaliseerd.
De samenvattingen zijn niet alleen op schrijversnaam te vinden. Ook een alfabetisch titelregister, een ordening volgens het verschijningsjaar van de samengevatte boeken en de mogelijkheid om de werken per wetenschapsgebied op te roepen zijn in de website aangebracht. Voor dit laatste is uitgegaan van de huidige afbakening van disciplines. De gekozen codering daarvan luidt: T = theology and religion; J = jus, law; G = geography; H = history, economics, weights and measures; P = philosophy and history of philosophy ; S&M = science, medicine and engineering; L = Arts, art (‘letteren en kunst’ in ruime zin); PD = pedagogics and didactics; D = divers subjects, miscellaneous.
Stel, een historicus of scheepsbouwer is geïnteresseerd in scheepsbouw rond het jaar 1700. Die kan terecht op de website en selecteert eerst in het document ‘Categories’ de rubriek S&M. Dat levert zes pagina’s op met boektitels. Eén ervan is: 0342 Cornelis van Eyk, De Nederlandsche Scheeps-Bouw-Konst open gestelt…. Dit boek is samengevat in de aflevering januari-februari 1697, een artikel van dertien pagina’s (76-89). Een link naar STCN vermeldt dat het boek (met auteursnaam Yk) aanwezig is op de KB in Den Haag, enkele Nederlandse universiteitsbibliotheken, British Library in Londen en University Library Cambridge.
Zo treft een jurist die de geschiedenis van de rechtspraak bestudeert, met name de methoden van onderzoek, een uit het Frans vertaald boek van Augustin Nicolas aan (0785) over zedenlessen en rechtsgronden van de pijnbank en de resultaten en vergissingen van deze manier van rechtspleging. Het is kort besproken in de aflevering maart-april 1703 (p. 311-313). De STCN meldt aanwezigheid op de KB en in de universiteitsbibliotheken van Leiden, Utrecht, de Vrije Universiteit en de Universiteit van Amsterdam.
Een theoloog-historicus kan een boektitel vinden (categorieën T en H) van Edward Herbert, in het Latijn, over de religie van heidense volken en de oorzaken van hun dwalingen (0469). Het is zeer ruim samengevat, p. 77-94 van aflevering januari-februari 1700. Het boek wordt onmiddellijk zichtbaar via de link naar Google Books.
Een promovendus in de letteren onderzoekt de satire als literair genre. Hij is geïnteresseerd in studies over dit onderwerp, ook in het verleden. Daarbij gaat het hem om opvattingen over toelaatbaarheid van spot, eventuele grenzen die werden gesteld, verhandelingen over wat de redenen zijn om dit genre te beoefenen. Hij gaat te rade in de categorie L en treft het boek aan van Pierre de Villiers Traité de la satire (1132). De samenvatting komt voor in de aflevering september-oktober 1698, p. 343-346. Bij de vermelding van het boek is niet alleen een link naar de STCN gegeven, maar ook naar Google Books.
Dit zijn vier voorbeelden uit bijna twaalfhonderd mogelijkheden.
In een inleidend essay schetst dr. Jan de Vet, emeritus-hoogleraar aan de Radboud Universiteit Nijmegen, het tijdsbeeld rond het ontstaan van de Rotterdamse periodieken, de vroege verlichting. Er is een handleiding voor de gebruiker (‘preamble’), een register van drukplaatsen en drukkers (zowel alfabetisch als per plaats), een vertalersregister en een lijst met vertaling van Latijnse termen.
dr. Jacques Baartmans